SV | [Maar God] heeft mijn ziel verlost, dat zij niet voere in het verderf, zodat mijn leven het licht aanziet. |
WLC | פָּדָ֣ה [נַפְשִׁי כ] (נַ֭פְשֹׁו ק) מֵעֲבֹ֣ר בַּשָּׁ֑חַת [וְחַיָּתִי כ] (וְ֝חַיָּתֹו ק) בָּאֹ֥ור תִּרְאֶֽה׃ |
Trans. | pāḏâ nafəšî nafəšwō mē‘ăḇōr baššāḥaṯ wəḥayyāṯî wəḥayyāṯwō bā’wōr tirə’eh: |
[Maar God] heeft mijn ziel verlost, dat zij niet voere in het verderf, zodat mijn leven het licht aanziet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
[Maar God] heeft mijn ziel verlost, dat zij niet voere in het verderf, zodat mijn leven het licht aanziet.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!